SV | En gij zult dat geld aan Aaron en zijn zonen geven, [hetgeld] der gelosten die onder hen overschieten. |
WLC | וְנָתַתָּ֣ה הַכֶּ֔סֶף לְאַהֲרֹ֖ן וּלְבָנָ֑יו פְּדוּיֵ֕י הָעֹדְפִ֖ים בָּהֶֽם׃ |
Trans. | wənāṯatâ hakesef lə’ahărōn ûləḇānāyw pəḏûyê hā‘ōḏəfîm bâem: |
En gij zult dat geld aan Aaron en zijn zonen geven, [het geld] der gelosten die onder hen overschieten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En gij zult dat geld aan Aaron en zijn zonen geven, [hetgeld] der gelosten die onder hen overschieten.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!